Het is u vast niet ontgaan: de enorme en wereldwijde stijging van de gasprijzen (en daardoor ook de overige warmte- en energie waarbij gas wordt gebruikt voor de productie daarvan) door de toenemende vraag naar gas. Dit heeft ook consequenties voor de portemonnee van huurders. Ondanks dat de overheid de stijgende energierekeningen onder omstandigheden zal compenseren, zullen de meeste huishoudens in 2022 meer moeten betalen voor hun energie. Gelet op de doelgroep van woningcorporaties (mensen met een smalle beurs), zullen  prijsbewuste huurders de stookkosten porberen binnen de perken te houden. Dit kan bijvoorbeeld door de woning minder warm te stoken dan voorheen. Het is u vast niet ontgaan: de enorme en wereldwijde stijging van de gasprijzen (en daardoor ook de overige warmte- en energie waarbij gas wordt gebruikt voor de productie daarvan) door de toenemende vraag naar gas. Dit heeft ook consequenties voor de portemonnee van huurders. Ondanks dat de overheid de stijgende energierekeningen onder omstandigheden zal compenseren, zullen de meeste huishoudens in 2022 meer moeten betalen voor hun energie. Gelet op de doelgroep van woningcorporaties (mensen met een smalle beurs), zullen  prijsbewuste huurders de stookkosten porberen binnen de perken te houden. Dit kan bijvoorbeeld door de woning minder warm te stoken dan voorheen.

In een woning waarin echter te weinig wordt gestookt en/of onvoldoende wordt geventileerd, ontstaat een te hoge relatieve vochtigheid. Daardoor kunnen vochtproblemen in de woning ontstaan, zoals schimmelgroei op wand- en plafondoppervlakken. De meeste vochtproblemen ontstaan hierbij in de winterperiode als de buitentemperaturen laag zijn. Het is daarom in de winterperiode extra van belang dat de vertrekken in de woning goed worden verwarmd. Dan blijven de wanden en het plafond voldoende op temperatuur en is de kans op een te hoge relatieve vochtigheid kleiner. Tegelijkertijd is van belang dat de vertrekken goed worden geventileerd.

Veelal kloppen huurders bij vochtproblemen (al dan niet in combinatie met schimmelproblematiek) aan bij de verhuurder. Verhuurders moeten zich in dat kader bewust zijn van hun verplichtingen. Het voorkomen van vochtoverlast en schimmel is primair een verantwoordelijkheid van de bewoner. Immers, die bepaalt in welke mate vocht wordt geproduceerd in de woning en dus in welke mate moet worden geventileerd en verwarmd. Een vocht- of schimmelprobleem in de woning dat door de huurder is veroorzaakt vormt geen gebrek in de zin van de wet. Daarom is de verhuurder in die gevallen niet verplicht om het vocht- of schimmelprobleem te verhelpen en kan de huurder ook geen aanspraak maken op bijvoorbeeld een huurprijsvermindering of schadevergoeding.

Om de kans op eventuele meldingen over vochtproblemen te beperken, doet een woningcorporatie er goed aan om haar huurders te waarschuwen voor te zuinig stookgedrag en de mogelijke nadelige gevolgen daarvan en daarnaast te wijzen op het belang van voldoende ventileren.