Een burgemeester kan een woning sluiten als daar drugs worden aangetroffen. De burgemeester heeft die bevoegdheid op grond van de Gemeentewet en de Opiumwet. Een burgemeester kan een woning sluiten als daar drugs worden aangetroffen. De burgemeester heeft die bevoegdheid op grond van de Gemeentewet en de Opiumwet. De verhuurder heeft bij een burgemeesterssluiting een bijzondere positie aangezien hij eigenaar is van de woning en daarover tijdens de sluiting niet kan beschikken. De burgemeester sluit een woning doorgaans voor drie of zes maanden. Tijdens de burgemeesterssluiting heeft de verhuurder de mogelijkheid de huurovereenkomst buitengerechtelijk te ontbinden. De verhuurder stuurt daarvoor een (aangetekende) brief naar de huurder. Alleen als de huurder het niet eens is met de buitengerechtelijke ontbinding moet de verhuurder vervolgens naar de rechter stappen. De verhuurder moet dan een 'verklaring voor recht' vragen dat de huurovereenkomst is geëindigd door de buitengerechtelijke ontbinding. Een verklaring voor recht is alleen mogelijk in een bodemprocedure. In een kort gedingprocedure kan de voorzieningenrechter alleen bepalen dat de woning na opheffing van de sluiting door de verhuurder mag worden ontruimd.
Indien het tot een procedure komt, verweert een huurder zich vaak door te stellen dat hij bezwaar heeft gemaakt tegen het besluit tot burgemeesterssluiting en dat het besluit van de burgemeester dus niet onherroepelijk is. De verhuurder zou volgens de huurder de uitkomst van de bestuursrechtelijke procedure moeten afwachten. De rechter gaat hierin echter doorgaans niet mee zo blijkt uit de jurisprudentie over dit punt. Op 8 mei 2018 heeft het Gerechtshof Den Haag, in een zaak waar ons kantoor bij betrokken was, dat verweer ook afgewezen. Het Hof stelde dat de rechter mag uitgaan van de juistheid van de beslissing van de burgemeester, ook al heeft de huurder daar tegen bezwaar gemaakt (en kan de huurder tegen de belissing op bezwaar ook nog in beroep bij de bestuursrechter). Dat de beslissing nog niet onherroepelijk is maakt dus niet dat de verhuurder niet buitengerechtelijk had mogen ontbinden.