Een politie-inval in een woning gaat er lang niet altijd zachtzinnig aan toe: ontzette deuren en deurposten die niet langer op hun plek zitten zijn geen uitzondering. Het herstellen van de schade die de politie heeft aangebracht om de woning te kunnen betreden is vaak een kostbare aangelegenheid. Het is in veel gevallen de verhuurder die dergelijke schade laat herstellen. Maar is het ook de verhuurder die met de rekening blijft zitten?

Als door de verhuurder bij de Staat wordt aangeklopt om de rekening van de nieuwe voordeur en deurpost te betalen – die de politie er immers met een dubbele ram heeft uitgebeukt – dan komt het regelmatig voor dat de Staat zegt niet aansprakelijk te zijn voor vergoeding van de schade, omdat zij die schade hebben veroorzaakt tijdens rechtmatige politie-inval. De situatie dat schade is veroorzaakt tijdens een onrechtmatige politie-inval, blijft in deze blog buiten beschouwing.

In Nederland kennen wij het beginsel van gelijkheid voor de publieke lasten, wat – kort gezegd – inhoudt dat de onevenredig nadelige gevolgen van een overheidshandeling niet ten laste van een beperkte groep horen te komen, maar in gelijke delen over de gemeenschap dienen te worden verdeeld. Dit beginsel geldt voor zover de schade buiten het “normale maatschappelijk risico” of “normale bedrijfsrisico” valt van degene die schade heeft geleden door de overheidshandeling.[1]

In het geval de politie een woning is binnengetreden en daarbij schade heeft aangebracht, moet de vraag worden beantwoord of de schade tot het normale bedrijfsrisico van de verhuurder hoort.[2] De Hoge Raad heeft als uitgangspunt geformuleerd dat in het algemeen “enig ongemak” of gering tijdverlies niet als onevenredig kan worden aangemerkt en dat men dit zal moeten aanvaarden als vallend binnen het normale maatschappelijk risico of het normale bedrijfsrisico, maar dat dit niet zonder meer zal kunnen worden gezegd indien zaken van die ander als gevolg van dit optreden worden beschadigd. Uit het voorgaande volgt dat schade die bij een huiszoeking of politie-inval in de woning van de huurder wordt toegebracht aan zaken van de verhuurder (zoals de voordeur of de deurpost), niet behoort tot het normale bedrijfsrisico van een verhuurder, zodat de Staat in beginsel gehouden is die schade te vergoeden. Als de Staat het daar vanwege de specifieke omstandigheden van die betreffende inval niet mee eens is, dan moet de Staat concrete omstandigheden aanvoeren waarom moet worden afgeweken van dit uitgangspunt.

Het zal voor de Staat in veel gevallen lastig zijn om te bewijzen dat de politie-inval (mede) het gevolg is van omstandigheden die aan de verhuurder zijn toe te rekenen. Woningcorporaties zijn zogeheten “toegelaten instellingen” in de zin van de Woningwet. Woningcorporaties hebben op grond van de Woningwet de taak om te zorgen voor betaalbare huurwoningen en om die betaalbare huurwoningen passend toe te wijzen. De Woningwet verplicht woningcorporaties niet om onderzoek te doen naar bijvoorbeeld het (criminele) verleden van haar (toekomstige) huurders. Het is woningcorporaties niet eens toegestaan om potentiële nieuwe huurders te vragen naar gegevens die niet relevant zijn bij het verhuurproces en het passend toewijzen. Er zal woningcorporaties dus niet snel een verwijt kunnen worden gemaakt als er in hun woning een politie-inval plaatsvindt, waardoor ook de schade in beginsel niet voor rekening van de woningcorporatie komt.

In een recente rechtszaak bij de rechtbank Oost-Brabant voerde de Staat aan dat in het geval van schade aan de woning van een sociale huurwoning aan de voordeur van “slechts” € 838,74 voor rekening van de verhuurder (Zayaz) zou moeten blijven, omdat een grote sociale verhuurder een dergelijk bedrag eenvoudig kan dragen. Daar ging de kantonrechter niet in mee:

“Indien de kantonrechter die stelling zou volgen, legt zij de onevenredig nadelige gevolgen van een onvoorzienbare overheidshandeling bij een beperkte groep, namelijk de sociale verhuurder(s). Dit is in strijd met het uitgangspunt van het beginsel van gelijkheid voor de publieke lasten dat de onevenredig nadelige gevolgen van een overheidshandeling in gelijke delen over de gemeenschap dienen te worden verdeeld, namelijk door die nadelige gevolgen door de Staat te laten vergoeden. De omstandigheid dat Zayaz een sociale verhuurder is, geeft de kantonrechter dus geen aanleiding om af te wijken van het door de Hoge Raad geformuleerde uitganspunt dat de overheid in beginsel gehouden is die schade te vergoeden.”[3]

Heeft u te maken met schade aan uw huurwoning door een inval van de politie en wil de Staat niet overgaan tot het vergoeden van uw schade? Neem contact met ons op, wij helpen u graag verder.

 

[1] HR 30 maart 2001, ECLI:NL:PHR:2001:AB0801 (Staat/Lavrijsen), r.o. 3.8.

[2] HR 17 september 2004, ECLI:NL:PHR:2004:AO7887, (uzi-arrest), r.o. 3.3.

[3] Rechtbank Oost-Brabant 30 november 2023, ECLI:NL:RBOBR:2023:5679, r.o. 3.7.

cursusaanbod huisvestingsadvocaten

Telefoonnummer
088-4520200

E-mail
secretariaat@huisvestingsadvocaten.nl