Huurtoeslag is een bijdrage in huurkosten vanuit de overheid voor huurders die in verhouding tot hun inkomen teveel huur betalen. De bedoeling hiervan is dat dat de huurder niet in betalingsproblemen komt.
Mag er beslag gelegd worden op de huurtoeslag? De wet[1] bepaalt dat huurtoeslag niet vatbaar is voor beslag, tenzij het gaat om beslag door een verhuurder vanwege het niet betalen van de huur. Betekent dit ook dat een verhuurder beslag kan leggen op huurtoeslag voor een oude huurschuld?
Voorbeeld: huurder is in december 2022 door de rechter veroordeeld aan verhuurder een huurschuld van € 2.000,-- te betalen Deze huurschuld ziet op de huur van januari t/m mei 2022. In januari 2023 vraagt verhuurder de deurwaarder beslag te leggen op de huurtoeslag van huurder. Mag dit? De huurtoeslag van 2023 zal door de deurwaarder worden geïncasseerd en in mindering wordt gebracht op de huurschuld van € 2.000,-- uit 2022. De huurder kan de huurtoeslag niet meer gebruiken voor het betalen van de lopende huur.
De rechtspraak was op dit punt niet eenduidig. Zo oordeelde het hof Arnhem[2] dat dit niet mogelijk is. De huurtoeslag is bedoeld om een huurder beter in staat te stellen om zijn maandelijkse huur te voldoen en dit mag door beslag niet worden gefrustreerd. Het hof Den Haag[3] oordeelde daarentegen dat een verhuurder wel beslag mag leggen op huurtoeslag voor een oude huurschuld.Op 24 juni 2022 heeft de Hoge Raad[4] duidelijkheid gegeven. Volgens de Hoge Raad mag een verhuurder zich verhalen op huurtoeslag voor een oude huurschuld.
De wet bepaalt niet dat een verhuurder alleen beslag mag leggen op huurtoeslag voor de periode waarop de achterstallige huur ziet[5]. Dat ligt ook niet voor de hand. Beslag wordt bijna altijd gelegd voor schulden die in het verleden zijn ontstaan.
De Hoge Raad merkt wel op dat het incasseren van een oude huurschuld door beslaglegging op huurtoeslag een nieuwe huurschuld kan laten ontstaan. Door het ontbreken van de huurtoeslag bestaat immers de kans dat de huurder de lopende huurtermijnen niet kan betalen, waardoor een nieuwe huurschuld ontstaat.
Als de verhuurder vervolgens aan de rechter vraagt om de huurovereenkomst te ontbinden, dan moet de rechter de beslagging wel in zijn beoordeling betrekken. De rechter kan de gevorderde ontbinding afwijzen als de tekortkoming (niet betalen van de huur) niet van voldoende gewicht is.
Uitgangspunt is dat een huurachterstand van drie maanden van voldoende gewicht is om een huurovereenkomst te ontbinden. Onduidelijk is nog hoe de rechter zal oordelen als de drie maanden achterstand is ontstaan door het niet betalen van de huur als gevolg van de beslaglegging op de huurtoeslag in verband met een oude schuld. Uiteraard blijven wij de ontwikkelingen in de gaten houden.
[1] Artikel 1a lid 1 van de Wet op de huurtoeslag jo. artikel 45 lid 1, aanhef en onder a, Awir.
[2] Hof Arnhem 12 januari 2021, ECLI:NL:GHARL:2021:205.
[3] Hof Den Haag 26 mei 2015, ECLI:NL:GHDHA:2015:1183.
[4] Hoge Raad 24 juni 2022, ECLI:NL:HR:2022:931.
[5] Kamerstukken II 2004/05, 29764, nr. 3, p. 63.