De Hoge Raad heeft op vrijdag 24 december 2021 een oordeel gegeven over de huurkorting. Met deze uitspraak schept de Hoge Raad duidelijkheid voor huurders van 290-bedrijfsruimten. De Hoge Raad heeft op vrijdag 24 december 2021 een oordeel gegeven over de huurkorting: https://uitspraken.rechtspraak.nl/inziendocument?id=ECLI:NL:HR:2021:1974.
Met deze uitspraak schept de Hoge Raad duidelijkheid voor huurders van 290-bedrijfsruimten.
 
In deze procedure lag de vraag voor of de coronapandemie en haar gevolgen, de coronacrisis, tot huurprijsvermindering moet leiden.

In het arrest heeft de Hoge Raad antwoord gegeven op de prejudiciële vragen over huur en corona. De vragen die voorlagen waren: 1. of de coronacrisis een gebrek is in de zin van artikel 7:204 BW en 2. zo ja, aan de hand van welke criteria de huurprijsvermindering moet worden beoordeeld; 3. of de coronacrisis een onvoorziene omstandigheid oplevert en 4. zo ja, welke omstandigheden meewegen.  

In het arrest wordt de huurkorting niet beperkt tot de periode van sluiting maar ook op de geringere exploitatie als gevolg van overheidsmaatregelen, bijvoorbeeld dat er geen of minder publiek in het gehuurde komt.

Anders dan het advies van plaatsvervangend P-G Wissink oordeelt de Hoge Raad dat er geen sprake is van een gebrek, maar wel van een onvoorziene omstandigheid. Dit geldt met name voor huurovereenkomsten die voor 15 maart 2020 zijn gesloten. Voor na 15 maart 2020 gesloten huurovereenkomsten zal naar elk individueel geval apart moeten worden gekeken.

Doordat de coronacrisis niet in de risicosfeer van zowel huurder als verhuurder valt oordeelt de Hoge Raad dat het nadeel tussen huurder en verhuurder gelijkelijk dient te worden verdeeld (50-50), voor zover niet al gecompenseerd door de financiële steun aan de huurder, de TVL (tegemoetkoming vaste lasten). Het bedrag van de huurkorting kan worden berekend volgens de "vastelastenmethode", de formule (overeengekomen huurprijs - gedeelte van de TVL dat aan de huur wordt toegerekend) x percentage omzetvermindering x 50%.

De Hoge Raad sluit niet uit dat de redelijkheid en billijkheid kunnen meebrengen dat van de methode van berekening wordt afgeweken. Dit kan zijn bij omstandigheden gelegen in bijvoorbeeld de hoedanigheid van een huurder of verhuurder of de financiële positie van een van de partijen.
cursusaanbod huisvestingsadvocaten

Telefoonnummer
088-4520200

E-mail
secretariaat@huisvestingsadvocaten.nl