Tijdens de coronapandemie hebben steeds meer mensen besloten om huisdieren te nemen. De toename aan huisdieren bij huurders heeft er toe geleid dat er meer overlastmeldingen van omwonenden zijn over lawaai als gevolg van hard blaffen door honden, fluiten van vogels, stankoverlast van allerlei dieren, etc. Tijdens de coronapandemie hebben steeds meer mensen besloten om huisdieren te nemen. De toename aan huisdieren bij huurders heeft er toe geleid dat er meer overlastmeldingen van omwonenden zijn over lawaai als gevolg van hard blaffen door honden, fluiten van vogels, stankoverlast van allerlei dieren, etc.

In de algemene huurvoorwaarden van een huurovereenkomst is altijd een overlastbepaling opgenomen. Een huurder mag geen overlast veroorzaken. Daarbij worden in de regel de huisgenoten van de huurder en de huisdieren ook genoemd. Ook is er een bepaling opgenomen dat een huurder er voor moet zorgen dat geen schade aan het gehuurde wordt toegebracht.

Vooral in het geval dat er heel veel huisdieren in de woning en vaak ook de tuin verblijven, is die kans op schade heel groot. Met name het schoonhouden van de woning en de tuin blijkt in dat soort gevallen een probleem te zijn, waardoor de woning gaat stinken, de tuin een grote ravage wordt en er ook stankoverlast vanuit de tuin plaatsvindt.

Als de overlast door de huisdieren te erg wordt, is het van belang om eerst te proberen afspraken met de huurder te maken. Dit kan in de vorm van een gedragsaanwijzing, afspraken over het aantal te houden dieren tot het verbieden van het houden van bepaalde of de hoeveelheid huisdieren.

Mocht het niet lukken om afspraken te maken met een huurder dan is het mogelijk om de afspraken bij de rechter vast te laten leggen via een bodemprocedure of een kort geding. De rechter heeft vaker bepaald dat het aantal dieren moest worden teruggebracht of dat er helemaal geen huisdier in de woning mocht worden gehouden.

Niet lang geleden kwam de vraag van een woningcorporatie of het mogelijk was om een huurder te verbieden een minivarken in zijn flatwoning te houden. Deze corporatie was ervan uitgegaan dat het hier ging om een huisdier en voor huisdieren waren er huisregels opgesteld waaraan alle huisdierenbezitters zich moesten houden. De huurder die een huisdier in die flat had, moest zijn huisdier aanlijnen. Maar dat was nu juist het probleem. Het minivarken wenste niet aangelijnd te worden en zette het op een gillen als er een poging werd gewaagd hem aan te lijnen.

Een minivarken is veel moeilijker te houden dan een kat of een hond. Zij moeten namelijk niet alleen gehouden worden. Het zijn roedeldieren en zij hebben soortgenoten nodig. Varkens die alleen gehouden worden kunnen agressief naar mensen worden en de woninginrichting is niet meer veilig. Minivarkens lijken bij de aanschaf vaak lief en klein maar zij kunnen wel 120 kilo wegen als zij volwassen zijn. Minivarkens zullen een tuin vernielen, omdat zij op zoek naar voedsel een modderpoel zullen creëren. Als zij alleen thuis zijn, moeten zij buiten gehouden worden met een goede omheining. Er moet ook schaduw voor hen zijn, anders verbrand hun huid.

Daargelaten of een minivarken als huisdier kan worden gekwalificeerd, is het niet aan te raden om een huurder toe te staan een minivarken als huisdier te hebben. Zeker niet op een flat.