Hoewel het échte warme weer ons tot nu toe grotendeels bespaard is gebleven, zijn er de laatste tijd diverse warme dagen geweest waarbij de thermometer zelfs de 30 graden aantikte. Op dergelijke warme dagen kan het erg warm in een woning worden. Sommige huurders nemen het heft in eigen hand en plaatsen een aircosysteem in hun woning. Maar mag dat zomaar? En wat kan een verhuurder daar tegen doen?

Voor de duidelijkheid: waar in deze blog wordt gesproken over een ‘aircosysteem’ wordt niet een mobiel aircosysteem bedoeld, maar een aircosysteem met een buitenunit die aan het gehuurde wordt geïnstalleerd. 

Een aircosysteem is een zelf aangebrachte voorziening. De wet bepaalt dat een verhuurder in de algemene voorwaarden kan opnemen dat een huurder geen zelf aangebrachte voorzieningen aan de buitenzijde van het gehuurde mag aanbrengen of dat dat alleen mag met voorafgaande schriftelijke toestemming van de verhuurder. De meeste verhuurders hebben dat dan ook zo geregeld. Als de huurder toch een aircosysteem in het gehuurde aanbrengt, dan kan de verhuurder (via de rechter) afdwingen dat de huurder dat verwijdert.

Maar hoe zit het als dat niet in de algemene voorwaarden is opgenomen?

Deze vraag speelde in een zaak bij de Rechtbank Noord-Holland waarin op 10 juli 2024 vonnis is gewezen.[1] De huurder had een aircosysteem met een buitenunit laten plaatsen. Tijdens de installatie van de buitenunit was een gaatje in de gevel van het gehuurde geboord. Door het boren van dit gaatje was het isolatiemateriaal in de muur beschadigd. De verhuurder startte een rechtszaak om de verwijdering van het aircosysteem af te dwingen.

De verhuurder voerde aan dat in de algemene voorwaarden is opgenomen dat het niet is toegestaan om zonder voorafgaande schriftelijke toestemming veranderingen aan de buitenzijde van het gehuurde aan te brengen. De huurder voerde echter aan dat de algemene voorwaarden niet van toepassing zijn. De rechter omzeilde deze discussie en overwoog dat het niet relevant is of de algemene voorwaarden bepalen dat een huurder geen zelf aangebrachte voorzieningen aan de buitenkant van het gehuurde mag aanbrengen.

De wet bepaalt namelijk dat een huurder hoe dan ook niet zonder voorafgaande schriftelijke toestemming zelf aangebrachte voorzieningen mag aanbrengen als deze niet zonder noemenswaardige kosten ongedaan zijn te maken. Het is daarbij niet relevant of het gaat om een zelf aangebrachte voorziening aan de binnen- of buitenzijde van het gehuurde. In dit geval had de verhuurder aangevoerd dat het vanwege de beschadiging van het isolatiemateriaal € 2.500,- zou kosten om de muur te herstellen. Op basis daarvan nam de rechter aan dat het ging om een zelf aangebracht voorziening die niet zonder noemenswaardige kosten ongedaan is te maken en oordeelde dat de huurder het aircosysteem moet verwijderen.

De verhuurder trok dus aan het langste eind in deze verhitte strijd!

 

[1] Rechtbank Noord-Holland 10 juli 2024, ECLI:NL:RBNHO:2024:6915.

cursusaanbod huisvestingsadvocaten

Telefoonnummer
088-4520200

E-mail
secretariaat@huisvestingsadvocaten.nl