Tegenwoordig staat nagenoeg in elke huurovereenkomst en/of de algemene huurvoorwaarden opgenomen dat een huurder zijn hoofdverblijf moet hebben in de door hem gehuurde woning. Maar kan een huurder, in wiens algemene huurvoorwaarden bovengenoemde verplichting ontbreekt, de dans ontspringen als hij niet in zijn eigen huis woont? Tegenwoordig staat nagenoeg in elke huurovereenkomst en/of de algemene huurvoorwaarden opgenomen dat een huurder zijn hoofdverblijf moet hebben in de door hem gehuurde woning.  Verhuurders zijn die bepaling gaan opnemen toen zij steeds vaker geconfronteerd werden met huurders die hun woning niet bewoonden (met alle gevolgen van dien). Om hiertegen te kunnen optreden namen verhuurders bovenstaande verplichting in hun algemene huurvoorwaarden op, want de wet bepaalt niet specifiek dat een huurder die verplichting heeft. Maar kan een huurder, in wiens algemene huurvoorwaarden bovengenoemde verplichting ontbreekt, de dans ontspringen als hij niet in zijn eigen huis woont?

Niet als het aan het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden ligt. Eind vorig jaar behandelde dit hof een zaak waarin een huurder gedurende een periode van twee jaar zijn hoofdverblijf niet in de door hem gehuurde woning had gehad. In de huurovereenkomst en de algemene huurvoorwaarden van de huurder ontbrak de verplichting om daadwerkelijk in de woning te wonen. Daarom stelde de verhuurder dat de huurder handelde in strijd met zijn wettelijke verplichting om zich als een goed huurder te gedragen.

Het hof was het hiermee eens en ontbond de huurovereenkomst. De stelling van de huurder dat hij geen weet had van de verplichting daadwerkelijk in zijn woning te wonen, bracht hier ook geen verandering in. Overigens moet bij deze zaak wel aangetekend worden dat het hof in haar oordeel meewoog dat de verhuurder de huurder een andere (kleinere) woning had aangeboden, maar hij niet op dat aanbod was ingegaan.

Kortom, een huurder die zijn hoofdverblijf niet in zijn woning heeft, handelt dus in strijd met zijn wettelijke verplichting om zich als een goed huurder te gedragen. Dit is helemaal het geval als het om een huurder van een sociale huurwoning gaat. Met de uitspraak van het hof is natuurlijk niet de noodzaak weggevallen om contractueel overeen te blijven komen dat een huurder zijn woning daadwerkelijk moet bewonen. Het goed huurderschap is immers een vangnetbepaling waar bij voorkeur pas op wordt teruggegrepen wanneer een specifieke contractuele bepaling ontbreekt. Wel biedt de uitspraak van het hof meer houvast om huurovereenkomsten waarin bovengenoemde bepaling ontbreekt toch te kunnen laten ontbinden.

De uitspraak van het hof is te lezen op rechtspraak.nl (http://deeplink.rechtspraak.nl/uitspraak?id=ECLI:NL:GHARL:2013:5635)
 
cursusaanbod huisvestingsadvocaten

Telefoonnummer
088-4520200

E-mail
secretariaat@huisvestingsadvocaten.nl