De enorme populariteit van lachgas kan u niet zijn ontgaan. Ook in huurwoningen wordt steeds vaker de aanwezigheid van lachgas geconstateerd, Veel corporaties worstelen ten aanzien van lachgas met de vraag of zij hier wel of niet tegen op moeten treden. Lastig is in dit geval dat huurvoorwaarden veelal nog niet op lachgas zijn toegespitst en het consumptief gebruik van lachgas in Nederland (nog) niet is verboden. Dat neemt niet weg dat de opslag van lachgas in huurwoningen voor corporaties zeer onwenselijk is. Het gebruik van lachgas heeft veelal namelijk overlast tot gevolg en de opslag van lachgas leidt tot gevaarlijke situaties. Dat heeft recent tot een interessante uitspraak van de Rechtbank Gelderland geleid nadat in een sociale huurwoning een grote hoeveelheid lachgas was aangetroffen. De enorme populariteit van lachgas kan u niet zijn ontgaan. Ook in huurwoningen wordt steeds vaker de aanwezigheid van lachgas geconstateerd, Veel corporaties worstelen ten aanzien van lachgas met de vraag of zij hier wel of niet tegen op moeten treden. Lastig is in dit geval dat huurvoorwaarden veelal nog niet op lachgas zijn toegespitst en het consumptief gebruik van lachgas in Nederland (nog) niet is verboden. Dat neemt niet weg dat de opslag van lachgas in huurwoningen voor corporaties zeer onwenselijk is. Het gebruik van lachgas heeft veelal namelijk overlast tot gevolg en de opslag van lachgas leidt tot gevaarlijke situaties. Dat heeft recent tot een interessante uitspraak van de Rechtbank Gelderland geleid nadat in een sociale huurwoning een grote hoeveelheid lachgas was aangetroffen. Voordat ik deze uitspraak en de uitkomst daarvan bespreek, eerst nog iets meer over lachgas zelf.

Lachgas is een oxiderend gas. Dat betekent dat het gas brand kan veroorzaken en verbranding van brandbare stoffen kan versterken. Bovendien bevatten lachgascilinders gas onder druk en dat kan bij verwarming ontploffen. Lachgas staat om die reden ook opgenomen op door de Europese Unie gehanteerde lijsten van gevaarlijke stoffen. Ook het (Nederlandse) Bouwbesluit bevat regels ten aanzien van lachgas. Uit het bouwbesluit volgt dat er in een woning maar een beperkte hoeveelheid lachgas aanwezig mag zijn. Hoe meer lachgas er in een woning aanwezig is, des te gevaarlijker dat is. De enorme populariteit van lachgas heeft ook de politiek wakker geschud met betrekking tot de gevaren rondom het consumptief gebruiken en opslaan van lachgas. Recent is in dit kader aan de tweede kamer een wetsvoorstel gepresenteerd met als strekking dat lachgas wordt toegevoegd aan lijst II van de Opiumwet. In het wetsvoorstel wordt concreet ingegaan op de gevaren rondom het consumptief gebruiken en opslaan van lachgas. Wanneer het wetsvoorstel definitief als wet gaat gelden, is tot op dit moment nog niet bekend.

Terug naar de recente uitspraak over lachgas van de rechtbank Gelderland. In deze zaak waren in een sociale huurwoning 64 lachgasflessen (met een totale inhoud van 136 liter) aangetroffen. De corporatie vordert om die reden ontbinding van de huurovereenkomst en ontruiming van het gehuurde. De huurder voert verweer en geeft onder andere aan dat hij niet bekend was met de gevaren van de opslag van lachgas. De kantonrechter gaat daar niet in mee en zet duidelijk uiteen dat de huurder is tekortgeschoten in de verplichtingen uit de huurovereenkomst. De kantonrechter overweegt onder andere:

‘Talis (de verhuurder) heeft voldoende onderbouwd dat de opslag van 64 lachgasflessen, met een opslagcapaciteit van 139 liter, gevaar met zich brengt. Zij heeft toegelicht dat sprake is van gas onder druk dat voor ontploffingsgevaar zorgt. Daarnaast is lachgas een oxiderend gas dat brand kan veroorzaken en verbranding van brandbare stoffen kan versterken. Hoewel niet van de gemiddelde burger kan worden verwacht op de hoogte te zijn van de (Europese) regelgeving op het gebied van gevaarlijke stoffen (Talis heeft in dat kader gewezen op de Europese overeenkomst voor het internationale vervoer van gevaarlijke goederen over de weg en het Bouwbesluit 2012) is de kantonrechter van oordeel dat X had moeten weten dat hij met de opslag van een dergelijk grote hoeveelheid lachgas gevaarzettend heeft gehandeld. (…) Bovendien blijkt uit de etiketten op de gasflessen dat lachgas brandgevaarlijk is. Aangezien het potentiële ontploffingsgevaar van gas onder druk als algemeen bekend moet worden verondersteld had X, zeker gelet op de grote hoeveelheid gas(flessen), deze flessen niet zonder meer en al helemaal niet zonder nadere veiligheidsmaatregelen in zijn berging moeten opslaan. (…) In de gegeven omstandigheden, gelet op de grote hoeveelheid aan lachgasflessen en het ontbreken van iedere veiligheidsmaatregel, heeft X een reële kans op gevaar voor zichzelf en omwonenden en beschadiging van het gehuurde gecreëerd.’

De kantonrechter laat het daar niet bij en gaat in haar vonnis ook nog duidelijk in op de belangen voor corporaties om streng tegen lachgas op te treden. Daarbij gaat zij ook in op het op handen zijnde wetsvoorstel:

‘De laatste jaren is sprake van toenemende problemen op allerlei terreinen (van onder meer de gezondheidszorg, criminaliteit en het milieu) als gevolg van het gebruik (onder vooral jongeren) van lachgas als recreatief roesmiddel. Er ligt een wetsvoorstel om lachgas op lijst 2 van de Opiumwet te plaatsen. Hoewel op dit moment van een landelijk verbod nog geen sprake is, moet de problematiek rondom het gebruik van lachgas inmiddels in algemene zin wel bekend worden verondersteld. (…) Lachgas is bovendien explosief materiaal en dat brengt grote risico’s met zich.

Daarnaast trekt de handel in lachgas criminaliteit aan omdat er grote winsten mee te behalen zijn en treden er ten gevolge van gebruik vervuilingsproblemen op. Het gebruik en de opslag van en de handel in lachgas brengen daarnaast gevoelens van onveiligheid met zich. Een van de taken van Talis is het zorgen voor een rustig en veilig woongenot van haar huurders. Zij kan het zichzelf niet permitteren om lachgaspraktijken toe te staan en daarmee de leefbaarheid in haar wijken in gevaar te brengen. Voor al haar huurders dient duidelijk te zijn dat zij de opslag en/of handel van lachgas en het daarmee gepaard gaande gevaar dan wel de daarmee samenhangende overlast niet tolereert en daar streng tegen optreedt. Van een dergelijke aanpak gaat ook precedentwerking uit.’

Duidelijke overwegingen dus van de kantonrechter. Volgens haar hebben corporaties er een groot belang bij om op te treden tegen de opslag van lachgas in hun woningen. Dit geldt, volgens de kantonrechter, zeker nu lachgast binnenkort zal worden toegevoegd aan lijst II van de Opiumwet. De kantonrechter ontbindt dan ook de huurovereenkomst in deze zaak. Een interessante en actuele uitspraak voor de praktijk van corporaties.